Overheidsopdrachten zijn een belangrijk aspect van onze Belgische economie. Ze vertegenwoordigen 15,3% van het BBP van ons land en meer dan 25% van de publieke uitgaven[1].
Het is via overheidsopdrachten dat de overheid voorziet in haar eigen behoeften (aankopen van materieel, ICT-infrastructuur, bouw van overheidsgebouwen, …), maar ook een antwoord biedt aan maatschappelijke noden (mobiliteit, …).
Het wetgevend kader voor overheidsopdrachten is een federale materie (op basis van Europese richtlijnen), maar het gebruik van overheidsopdrachten zit op elk bestuursniveau in ons land.
De Stichting Overheidsopdrachten stelt hierbij een aantal actiepunten voor, die samen getroffen moeten worden om de uitdagingen van de toekomst aan te gaan en ervoor te kunnen zorgen dat overheidsopdrachten (kosten)efficiënter kunnen aanbesteed worden.
De wetgeving overheidsopdrachten staat bekend om zijn complexiteit en gedetailleerde regels die tot in de kleinste details regelen hoe een overheidsopdracht moet worden geplaatst. Hoewel deze gedetailleerde regels sommige (startende) aankopers – die niet elke dag in contact komen met de wetgeving overheidsopdrachten – zeker een houvast bieden, maken ze het proces onnodig complex en belemmeren ze de toegang tot opdrachten voor bepaalde private spelers, met name kleine en middelgrote ondernemingen (KMO’s).
Met de afschaffing van plaatsingsregels voor kleinere overheidsopdrachten, zouden aankopers dan zelf kunnen kiezen om ofwel gebruik te maken van de geldende regels boven de Europese drempels of om een opdracht te plaatsen alleen op basis van de algemene beginselen van gelijke behandeling, proportionaliteit en transparantie.

Overheidsopdrachten en private opdrachten zijn niet zo verschillend dat er een volledig ander contractueel kader voor overheidsopdrachten van toepassing moet zijn.
Het nieuwe Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek zoekt toenadering tot de uitvoeringsregels van toepassing op overheidsopdrachten. Anderzijds zien we nog specifieke wetgeving die het gebruik van onbillijke bepalingen in B2B-relaties verbiedt, terwijl overheidsopdrachten volledig uitgesloten zijn van het toepassingsgebied.
Reduceer de formele eisen verbonden aan het indienen van een offerte, bij voorbeeld door versoepeling van de strikte eisen betreffende ondertekening van offertes of van de mogelijkheden tot de regularisatie van onregelmatigheden na het indienen van offertes.
Vandaag is er een grote schaarste op de markt aan gekwalificeerde overheidsaankopers. Er staan in België meer dan 500 vacatures open voor overheidsaankopers.
Overheidsaankopers moeten niet alleen worden opgeleid als aankoper, maar moeten daarenboven ook beschikken over een grondige kennis van de complexe wetgeving overheidsopdrachten. Er is momenteel een schrijnend tekort aan dergelijke professionals. Het lijkt erop dat er verschillende redenen kunnen zijn voor dit tekort, waaronder mogelijk een gebrek aan aantrekkelijkheid van het beroep, de complexiteit van de wetgeving, en onvoldoende opleidingsmogelijkheden die voorbereiden op deze specifieke functie.

Er is heden geen specifieke opleiding op hogeschool- of universitair niveau die aankopers ook de principes van overheidsopdrachten bijbrengt. Overheidsopdrachten vormen vaak maar een klein deel van vormingen in het administratief recht. De meeste aankopers worden on the job gevormd, wat weliswaar mogelijk is in grote organisaties, maar aanzienlijk moeilijker is in kleine overheden zoals gemeenten.
Door een gebrek aan vorming en kennisopbouw inzake overheidsopdrachten, worden opdrachten niet altijd op de meest optimale manier of kostenefficiënte wijze aanbesteed.
Dit gebrek aan gestructureerde opleiding en kennisdeling kan resulteren in suboptimale aanbestedingen, wat zowel de overheid als de private sector financiële middelen kan kosten.
Onze Belgische markt is een open markt, zodat spelers uit het buitenland (zowel EU als niet-EU landen) ook toegang hebben tot opdrachten, waaronder ook een aantal overheidsopdrachten.
Dit houdt evenwel een aantal risico’s in. Niet elk land of elke economische speler deelt dezelfde waarden van democratie en vrije handel. In een geglobaliseerde wereld met internationale conflicten, technologische mogelijkheden en het streven naar economische dominantie, zijn er actoren uit andere landen die interesse hebben in het verkrijgen van (meer) informatie, om die vervolgens in te zetten om ons land of economie te destabiliseren. Dit is geen complotdenken, maar een reële dreiging. Ook vanuit de Europese Commissie is er steeds meer aandacht voor dit fenomeen.[1]
De offerte van een niet-EU onderneming, of het inschakelen van een niet-EU onderneming als onderaannemer kan op het eerste zicht wel de goedkoopste lijken voor een specifieke opdracht. Maar zonder bepaalde noodzakelijke bijkomende maatregelen kan de aanwezigheid in België van een dergelijke (meestal niet-EU) onderneming op lange termijn grote schade berokkenen aan de concurrentiële positie van ons land.

Er is een duidelijke tendens naar meer transparantie en een nood om over betere data over overheidsopdrachten te beschikken. Ook de Stichting Overheidsopdrachten zet hierop in, maar is voor een groot deel afhankelijk van de door de aanbesteders zelf bekendgemaakte informatie.
Objectieve, accurate en betrouwbare informatie is nuttig en essentieel. Dergelijke gegevens kunnen dienen als uiterst waardevol instrument voor toekomstig beleid en brengen ook de werkelijke kost in beeld van een overheidsopdracht. Zonder gegevens is het moeilijker om de oorzaken van de problemen met overheidsopdrachten te identificeren, en het verhindert ook de mogelijkheid om de resultaten van beleidsbeslissingen te evalueren.
Er zijn heel wat blinde vlekken in de bestaande beschikbare gegevens. De rapportage moet variabelen omvatten zoals de aard van de opdracht, de gekozen procedure, de betrokken partijen, de kostenraming, de duur van de procedure en de uiteindelijke resultaten (wel of niet gegund). Deze informatie moet op transparante wijze publiek gemaakt worden.
Automatisering vermindert de administratieve last voor de reeds overbevraagde overheidsaankopers.

Er is te weinig zicht op de transactiekosten van geplaatste en niet-geplaatste overheidsopdrachten, zowel aan overheids- als aan private zijde. Gelet op het belang van overheidsopdrachten voor onze economie is het nuttig deze blinde vlekken in kaart te brengen.
Een grondige studie naar de transactiekosten van overheidsopdrachten, viseert zowel gegunde als niet-gegunde opdrachten. Deze omvat niet alleen de kosten aan de zijde van de overheid, zoals administratieve uitgaven en personeelskosten, maar ook de kosten voor private partijen die deelnemen aan het aanbestedingsproces.
Deze analyse kan helpen bij het begrijpen van waar inefficiënties en kosten zich voordoen en kan beleidsmakers helpen bij het nemen van gerichte maatregelen om deze te verminderen.
